Labradoodle kopen? Deze prijs betaal je voor een pup of mini


labradoodle

Het is geen geheim dat de Labradoodle een ontzettend populaire hond is geworden. Ze zijn gefokt met het doel een hypoallergene hond te ontwikkelen. Deze kruising tussen een Poedel en Labrador Retriever is voor het eerst gefokt in Australië.

Het resultaat van deze kruising was een nestje met slimme, en sociale, Labradoodle pups. Ze verharen haast niet en dankzij de erfelijke eigenschappen van de vaders en moeders, zijn ze ideaal om in te zetten als begeleider voor slechtzienden of blinden.

Heel af en toe kun je deze hond ook wel tegenkomen in het asiel, het heeft daarom wel degelijk zin om eerst een bezoekje te brengen aan het lokale dierenasiel.

Een Labradoodle pup kopen? Bij een fokker betaal je doorgaans tussen de € 1500 – € 2500. De prijs hangt af van het formaat: Mini (Miniatuur), Medium en Standaard. Vaak moet je op de wachtlijst staan om er één te kunnen kopen.

Aanpassingsvermogen (8/10)

Leven in een appartement: Over het algemeen zijn mensen in de veronderstelling dat kleine honden het altijd goed doen in een appartement. Veel kleine hondenrassen zitten echter vol met energie en zijn ontzettend enthousiast. Een ideale hond voor een appartement is rustig, stil en vriendelijk.6/10
Goed voor beginners: honden zijn makkelijker dan andere honden: ze kunnen sneller worden getraind en zijn makkelijk in de omgang. Ze zijn ook veerkrachtig genoeg om je fouten of inconsistenties op te vangen. Honden die hoog sensitief zijn, voor zichzelf denken of assertief zijn, kunnen voor de beginnende hondenbezitter moeilijke zijn om te trainen. Neem dit mee in je beslissing bij de aanschaf van een hond.8/10
Gevoeligheid: Bij sommige honden moet je streng en resoluut zijn, terwijl bij andere honden een boze blik al heel veel doet. Een hond met een lage sensitiviteit, ook wel “makkelijk in de omgang”, “veerkrachtig”, “dikke huid” genoemd, kan makkelijker tegen een drukke omgeving, een luid baasje, een chaotisch huishouden en onregelmatige looptijden. Heb je kleine kinderen die vaak bezoek hebben, oefen je thuis met een bandje of leid je een hectisch leven? Ga dan voor een hond met een lage sensitiviteit.6/10
Alleen thuis zijn: Sommige hondenrassen hechten enorm aan hun familie. Deze honden kunnen zich snel zorgen maken of in paniek raken wanneer hun baasje hen alleen thuis laat. Een nerveuze hond kan veel schade opleveren: blaffen, huilen, kauwen, etc. Deze honden zijn op hun best als iemand gedurende de dag bij is of wanneer je de hond mee kunt nemen naar het werk.8/10
Koude weersomstandigheden: Hondenrassen met kort haar en weinig tot geen ondervacht of lichaamsvet, zoals de Windhond, kunnen slecht tegen koude weersomstandigheden. Honden die slecht bestand zijn tegen koude temperaturen kun je het beste bij het lopen voorzien van een jasje, trui of shirt.10/10
Warme weersomstandigheden: Hondenrassen met een dikke, dubbele vacht, kunnen snel last krijgen van oververhitting. Net zoals bij rassen met een korte snuit, zoals Bulldogs en Mopshondjes, deze honden kunnen zichzelf onvoldoende koelen. Als je een hond wilt hebben die gevoelig is voor warmte, dan dient deze binnen te blijven op warme dagen. Mocht je wel naar buiten gaan, zorg er dan voor dat de hond niet al teveel lichaamsbeweging krijgt.8/10

Vriendelijkheid (10/10)

Geschiktheid als gezinshond: Sommige hondenrassen houden zich graag afzijdig en stellen zich graag onafhankelijk op, zelfs wanneer ze bij hetzelfde baasje zijn die hen heeft opgevoed vanaf pup zijn: anderen honden hechten zich echt aan hun baasje en / of gezinsleden. Het hondenras is niet leidend; honden die zijn opgegroeid in een liefdevol gezin zijn vaal socialer richting mensen en hechten zich sneller.10/10
Kindvriendelijk: Lief omgaan met kinderen en geen problemen hebben met aaien of knuffelen, rennende en schreeuwende kinderen. Dat maakt een kindvriendelijke hond. Je zult je verbazen welke honden op deze lijst staan: Stoer uitziende boxers en zelfs Pit Bulls. Kleine hondjes daarentegen, zoals de Chihuahua zijn vaak helemaal niet zo kindvriendelijk en zijn eerder geneigd van zich af te bijten.8/10
Vriendelijk tegen andere honden: Vriendelijk zijn tegen honden of mensen, zijn twee verschillende aspecten. Sommige honden die lief zijn tegen mensen, kunnen weer dominant zijn tegen honden; anderen willen liever spelen en weer anderen rennen met de staart tussen de benen weg. Dat ligt niet alleen aan het hondenras. Honden die voor tenminste 8 weken samen zijn geweest in het nest, met hun moeder, hebben meer gespeeld, zijn sociaal actiever geweest, en blijken later veel socialer te zijn richting andere honden.10/10
Vriendelijk tegen buitenstaanders: Honden die sociaal zijn richting buitenstaanders groeten deze met een kwispelende staart; anderen zijn verlegen, op zichzelf of zelfs agressief. Naast raskenmerken, is een hond die als puppy veel in contact is geweest met andere honden en mensen socialer richting buitenstaanders.10/10

Gezondheid & vachtverzorging (6/10)

Mate van verharen: Als je een hond in huis haalt, dien je rekening te houden met vachtverlies, haren op je kleding en meubels. Elk hondenras verhaart, het ene ras meer dan de ander. Sommige honden verharen het hele jaar door, bij sommige is het seizoensgebonden, sommige doen beide en sommige verharen helemaal niet. Als je smetvrees hebt, dan is het raadzaam een hond te kopen die weinig tot niet verhaart, of je moet je standaard verlagen.6/10
Mate van kwijlen: Honden die snel kwijlen laten al snel overal slierten met kwijl achter, op je hand of arm en natte plekken op je kleding als je ze aanhaalt. Als je daar mee om kunt gaan, prima; als je smetvrees hebt, dan is het verstandig een hond te kopen die weinig tot niet kwijlt.2/10
Uiterlijke verzorging: Sommige honden borstel je, en de vacht ziet er top uit; andere hebben regelmatig een bad nodig en moeten regelmatig geknipt worden; en weer anderen hebben een volledige trimbeurt nodig om gezond te blijven. Bedenk je voor het kopen van een pup of hond, of je voldoende tijd, geduld en geld (trimsalon) hebt om je hond te onderhouden.8/10
Algemene gezondheid: Door het fokken van zwakke rassen, zijn er hondenrassen die vatbaar zijn voor genetische gezondheidsproblemen, zoals heupdysplasie. Dit betekent niet dat elke hond met dat hondenras dit krijgt, het betekent wel dat deze een grotere kans heeft om dat soort problemen te krijgen. Als je een puppy adopteert, dan doe je er goed aan om uit te zoeken of er sprake is van genetische gezondheidsproblemen. Vraag vooral door over de ziektes bij de ouders, broertjes en zusjes, zowel bij het dierenasiel als bij de fokker.8/10
Kans op overgewicht: Sommige hondenrassen zijn lekkerbekken en worden snel dikker. Net zoals bij mensen kan overgewicht bij honden zorgen voor gezondheidsproblemen. Als je kiest voor een hondenras waarvan je weet dat ze gek zijn op lekkernijen, houd er dan rekening mee dat je een beperkte hoeveelheid snacks geeft. Zorg voor voldoende beweging, weeg het voer af en geef het voer op gezette tijden.6/10
Formaat: Honden zijn er in alle soorten en maten, van het kleinste hondje, de Chihuahua, tot de Deense dog, afhankelijk van de ruimte thuis dien je rekening te houden met het formaat hond. Grote honden komen al snel intimiderend over, maar zijn over het algemeen ontzettend lief.8/10

Trainbaarheid (6/10)

Makkelijk te trainen: Makkelijk te trainen honden begrijpen al snel wat er van ze wordt verwacht als je “zit” roept, ze horen te gaan “zitten”, en als “beloning” ontvangen ze een snack. Andere honden hebben meer tijd, aandacht, geduld en training nodig. Over het algemeen begrijpen de meeste honden wel wat er van ze wordt verwacht, maar ze willen ook weten wat ze daarvoor krijgen.8/10
Intelligent: Honden die zijn getraind om te werken, waarbij ze zelf beslissingen moeten nemen, zoals de border collie, moeten hun hersenen trainen. Net zoals dat honden die veel moeten rennen, hun lichaam moeten trainen. Als ze die mogelijkheid niet krijgen, dan kunnen ze ongewenst gedrag vertonen, zoals kauwen op meubels en schoeisel. Gehoorzaamheidstraining en interactieve hondenspeeltjes zijn een goede manier om de hersenen van een hond te trainen, net zoals behendigheid en speurtochten voor het lichaam.8/10
Brutaal gedrag: Over het algemeen zijn alle puppies brutaal, Retrievers daarentegen zijn zowel als pup als volwassenen een stuk brutaler, ze nippen, bijten en kauwen sneller. Brutale, mondige, honden willen hun roedel (de familie) door hun stem hoeden. Deze honden hebben training nodig om ze te leren te kauwen op speeltjes, en niet op mensen. Brutale mondige honden hebben veel plezier als ze de bal mogen halen of wanneer ze een speeltje met snoepjes erin krijgen.2/10
Jachtinstinct: Honden die zijn gefokt voor de jacht, zoals Terriërs, hebben een aangeboren lust om te gaan jagen. Wat er maar voorbijkomt, van katten, eekhoorns tot auto’s, kunnen de hond overhalen om erachteraan te jagen. Deze honden dienen aan de lijn te lopen of in de tuin, met een hek eromheen. Deze honden gaan over het algemeen niet goed samen met kleinere huisdieren zoals katten, hamsters of zelfs kleinere honden. Honden daarentegen die zijn getraind om op vogels te jagen, zullen niet snel achter iets aanjagen. De aandacht vasthouden is echter een flinke klus, vliegt er een musje voorbij, dan is de aandachtsspanne alweer nul.4/10
Kans op blaffen: Sommige honden blaffen sneller dan anderen. Bedenk je voordat je overgaat tot het kopen of adopteren van een hond, of je een luidruchtige hond in huis wilt hebben. Klinkt een huilende hond als een musical of krijg je er hoofdpijn van? Als je in een drukke buurt woont, wil je dan dat je hond telkens aanslaat? Zullen de wilde dieren (vogels, eekhoorns, egels) ervoor zorgen dat je hond snel aanslaat? Heb je buren dichtbij wonen? Dan is het beter te kiezen voor een stillere hond.4/10
Reislust: Sommige honden dwalen sneller af in gedachten. Een hondenras zoals de Husky, zijn gefokt om lange afstanden te lopen, zien ze iets wat hun interesseert, dan rennen ze er al snel achterna. Andere honden, zoals jachthonden, gebruiken graag hun snuit en lopen of rennen achter elke interessante geur aan, terwijl hun baasje achterblijft.6/10

Fysieke behoeften (10/10)

Energieniveau: Honden met veel energie staan constant klaar om in actie te komen. Deze zijn over het algemeen gefokt voor bijvoorbeeld de jacht, het hoeden van schapen of het terugbrengen van spullen, ze hebben genoeg energie om een volledige werkdag door te gaan. Ze hebben veel lichaamsbeweging nodig en dienen mentaal geprikkeld te worden. De kans is groter dat deze honden vaker springen, spelen en op onderzoek uitgaan. Honden met lage energie zijn de bankhangers, tevreden slapers. Wanneer je kiest voor een hond, vergelijk dan je energie met die van de hond, komt het overeen, of is het irritant?.10/10
Intensiteit: Een sterke hond kan een hoog energieniveau hebben, wat ze doen, doen ze op een bruuske manier: ze trekken aan je riem, rennen door obstakels heen en eten en drinken alsof hun leven ervan afhangt. Deze krachtpatsers hebben veel training nodig om ze manieren aan te leren, waardoor ze niet geschikt zijn voor een familie met kleine kinderen, of oudere mensen. Een minder sterke hond, staat veel relaxter in het leven.8/10
Lichaamsbeweging: Sommige honden vinden het prima om samen met hun baas een rondje over straat te slenteren. Andere honden hebben elke dag flinke lichaamsbeweging nodig, vooral de voormalige werkhonden, die zijn ingezet bij de jacht of het drijven van schapen. Te weinig lichaamsbeweging zorgt er al snel voor dat ze overgewicht krijgen en uiten het teveel aan energie door te gaan blaffen, te kauwen of door te graven. Honden die veel lichaamsbeweging nodig hebben zijn ideaal voor mensen die regelmatig buiten zijn, actieve mensen, of voor mensen die graag met hun hond gaan trainen. Ook oudere honden hebben lichaamsbeweging nodig, het helpt tegen symptomen van artritis en andere leeftijdsgebonden ongemakken.10/10
Speelsheid: Sommige honden blijven pup, continu aandacht vragen, terwijl anderen rustiger zijn en serieuzer in het leven staan. Alhoewel een speelse hond leuk is, moet je je wel bedenken of je zit te wachten op een hond die continu wil spelen. Bedenk jezelf ook of je er de tijd voor hebt, of dat de kinderen de hond willen vermaken. Wil je een rustigere hond, overweeg dan een oudere hond te adopteren.10/10

Ras kenmerken Labradoodle

  • Ras: Kruising Poedel en Labrador Retriever
  • Gewicht: 10 – 42 kg
  • Schofthoogte Miniatuur: 35 – 42 cm
  • Schofthoogte Medium: 43 – 52 cm
  • Schofthoogte Standaard: 53 – 63 cm
  • Levensverwachting: 10 – 14 jaar

Meer over het Labradoodle hondenras

Alhoewel het hier gaat om een “designer” hond, met andere woorden een hybride hond, is deze hond in korte tijd ongekend populair geworden. Een hypoallergene hulphond, die heeft laten zien dat hij als gezinshond of therapiehond ook uitstekend uit de voeten kan.

Een Labradoodle is op zijn best, als hij bij zijn familie mag zijn, waar hij de liefde krijgt die hij zo hard nodig heeft. Met de energie van de Labrador Retriever en het arbeidsethos van de Poedel, zijn ze geweldig om bij je te hebben.

Een Labradoodle haalt het maximale uit het leven, en iedereen die ze tegenkomen begroeten ze met ongekend veel enthousiasme. Een Labradoodle is doorgaans, dankzij de intelligentie van de Poedel, makkelijk te trainen.

Over het algemeen doen ze het goed met andere honden, huisdieren en kinderen – ze kunnen echter nogal lomp spelen, waardoor kleine kinderen blessures kunnen oplopen. Doorgaans zijn dit uitstekende honden voor beginners.

Het ene moment kunnen ze rustig bij je voeten liggen, en het andere moment springen ze op en zijn ze klaar om te spelen of apporteren. Alhoewel ze weleens willen blaffen, is het geen waakhond. Dit is het type hond wat zo lief is, dat ze inbrekers waarschijnlijk nog helpen om de spullen naar buiten te brengen.

Alhoewel de Labradoodle enkele fantastische eigenschappen bezit, is de uitkomst niet datgene waar de fokkers in eerste instantie op hadden gehoopt. Het grootste probleem met Labradoodles is het gebrek aan consistentie wat betreft raseigenschappen.

Bij rashonden zijn er altijd een aantal vaste karaktereigenschappen. Een Border Collie is bijvoorbeeld uitermate geschikt om met schapen te werken. Dat is niet het geval bij de Labradoodles, er wordt vaak door onbetrouwbare fokkers gefokt, waardoor er geen “standaard” kan worden opgebouwd.

Sommige Labradoodles hebben meer van van de Poedel: slim, gereserveerd, stil, en een vacht die regelmatig moet worden onderhouden. Poedels zijn goede waakhonden, waar Labradoodles dat vaak weer niet zijn. Sommige Labradoodles lijken weer veel op de Labrador Retriever: lomp, jeugdig, en ze hebben veel last van verharing.

De Labradoodle is ontwikkeld om zo weinig mogelijk haren te verliezen, net zoals de Poedel. Doordat er veel onbetrouwbare fokkers zijn, worden er worden echter veel pups geboren, waarbij de vacht niet naar behoren is. Sommige mensen met een allergie, moeten uiteindelijk afscheid nemen van hun Labradoodle, omdat hun hond alsnog veel haar verliest, en dat is juist datgene waarvoor deze hond is ontwikkeld.

Als je allergisch bent voor honden, dan is de kans groot dat je ook allergisch bent voor Labradoodles, of een andere Doodle kruising. De meeste mensen zijn allergisch voor de haren, maar ze kunnen ook allergisch zijn voor de huidschilfers en kwijl, daarin zitten ook allergenen.

Betrouwbare fokkers zijn al enige tijd bezig om regels op te stellen voor het fokken van Labradoodles. Dit zal op den duur betekenen dat je een hogere prijs moet betalen, maar daarmee zijn de problemen grotendeels wel opgelost.

Labradoodle sterke punten

  • De Labradoodle is het resultaat van het kruisen van een Poedel en Labrador Retriever, ook de multigenerationele fok (Labradoodle en Labradoodle) neemt steeds vaker toe, net zoals Labradoodle en Poedel, of Labradoodle en Labrador Retriever.
  • Alhoewel de Labradoodle geen erkende rashond is, zit dit er wel aan te komen.
  • Labradoodles zijn speels en houden van kinderen, ze kunnen echter nogal lomp spelen, waardoor kleine kinderen geblesseerd kunnen raken.
  • De Labradoodle heeft 3 soorten vachten; afhankelijk van de ouders en fokker kun je rekenen op geen tot weinig haarverlies.
  • De Labradoodle dient één tot twee keer per week geborsteld te worden, daarnaast dien je de nagels met enige regelmaat te knippen en de oren schoon te maken.
  • Labradoodles zijn intelligent en moeten zowel geestelijk als lichamelijk gestimuleerd worden, als je dat niet doet, kan het zijn dat ze zich gaan uitleven op de meubels, kleding of schoeisel.
  • Labradoodles kunnen goed met honden en andere huisdieren.
  • Appartementen zijn niet ideaal voor Labradoodles.
  • De Labradoodle is ideaal voor beginners.
  • Koop nooit een puppy bij een onbetrouwbare fokker, dierenwinkel of op Marktplaats. Zoek alles goed uit voordat je overgaat tot het kopen van een hond.

Geschiedenis

De Labradoodle is voor het eerst gefokt in Australië, waar ze in 1989 een hypoallergene hond wilde ontwikkelen. Wally Conron was leider van het fokprogramma, voor de Royal Guide Dogs Associatie van Australië.

De eerste kruising leverde een hond genaamd Sultan op, deze had niet alleen een hypoallergene huid, maar ook de intelligentie, persoonlijkheid en arbeidsethos om aan de slag te gaan als hulphond. Sultan heeft later gewerkt voor een vrouw in Hawaï en was uitermate succesvol in zijn werk. Dat was het moment dat andere fokkers ook begonnen te fokken met Poedels en Labrador Retrievers.

Formaat & gewicht

De Labradoodle komt in drie verschillende formaten:

  • De Teacup Toy Cockapoo met een schofthoogte tot 25 cm, en een gewicht van 2.7 kg.
  • De Toy Cockapoo met een schofthoogte van 25 cm, en een gewicht van 5.4 kg.
  • De Miniatuur Cockapoo met een schofthoogte van 28 cm – 36 cm, en een gewicht van 5.9 – 8.2 kg.

Wat hierboven staat, zijn algemene waarden. De uiteindelijke schofthoogte, het gewicht en het soort vacht, hangt af van de ouders.

Temperament

De Labradoodle is een intelligente hond, en met de nodige training is dit de ideale gezinshond. Ze zijn vriendelijk en behandelingen iedereen als hun beste vriend. Deze energieke honden houden van het leven en richten zich volledig op hun baasjes.

Ze zijn zachtaardig, maar kunnen ook speels zijn. Ze zijn meegaand en bijna nooit agressief. Net zoals bij andere hondensoorten, is niet elke Labradoodle lief, een goed getrainde Labradoodle is de perfecte metgezel.

Het temperament hangt af van verschillende factoren, zoals erfelijkheid, training, en socialisatie. Lieve pups zijn speels, willen graag kennismaken met mensen, en worden graag geknuffeld. Ben je van plan een puppy te kopen, ga dan niet voor de schuchtere of extreem speelse pup, ga voor de gulden middenweg.

Zoals bij elke hond, dient de Labradoodle te worden gesocialiseerd. Laat ze kennis maken met andere mensen, honden, geluiden, en ervaringen.

Een puppycursus is aanbevolen. Nodig mensen thuis uit, neem je hond mee naar het park, winkel en het strand. Polijst zijn sociale vaardigheden op jonge leeftijd.

Gezondheid

Doorgaans zijn Labradoodles kerngezond, maar net zoals bij andere hondenrassen, zijn er bepaalde aandoeningen die vaker voorkomen. Niet elke Labradoodle krijgt deze kwalen. Ga je een Labradoodle kopen, hou dan rekening met deze aandoeningen:

  • Oorontsteking: Doordat de Labradoodles flaporen hebben, hoopt het vocht en vuil op. Dit dien je met enige regelmaat te controleren.
  • Heupdysplasie: Dit is een erfelijke aandoening, maar kan ook door slechte voeding komen. Sommige honden geven duidelijk aan pijnklachten te ervaren, waar anderen honden helemaal niets laten merken. Doorgaans kan de huisarts door een röntgenfoto zien wat er aan de hand is. Artritis kan voorkomen bij alle leeftijden. Er mag niet worden gefokt met honden met heupdysplasie. Als je een puppy gaat kopen, vraag dan voor bewijs dat beide ouders zijn getest op heupdysplasie en andere ongemakken.
  • Elleboogdysplasie: Net zoals bij heupdysplasie, wordt deze kwaal ook wel een degeneratieve ziekte genoemd. Artsen vermoeden dat dit komt door abnormale groei en ontwikkeling, waardoor het gewricht misvormd raakt en kwetsbaar is. De ene hond kan hierdoor artritis ontwikkelen, terwijl de andere hond verlamd raakt. Deze aandoening is te opereren, daarnaast is het aan te raden het gewicht in de gaten te houden, medicijnen te slikken en regelmatig op bezoek te gaan bij de dierenarts.
  • Epilepsie: Dit is eveneens een neurologisch probleem. Deze aandoening gaat doorgaans gepaard met heftige epileptiforme aanvallen. Zolang je samen met de dierenarts een plan van aanpak maakt, kan de hond prima met epilepsie leven.
  • Allergieën: Bij bijna elke hondensoort is er wel sprake van een allergie, zo ook bij de Cockapoo. Dat is een kwestie van opletten. De ene hond geeft duidelijk aan klachten te hebben, waar de andere hond er niets van laat merken. De Cockapoo kan last hebben van drie soorten allergie, te weten: voedselallergie, luchtwegallergie en contactallergie. De behandeling van deze allergieën verschilt per type allergie en type hond.
  • Suikerziekte: Suikerziekte, met andere woorden Diabetes Mellius, is een aandoening die zowel bij mensen als bij honden voorkomt. Een hond met suikerziekte heeft een tekort aan het hormoon insuline, waardoor het verwerken van suikers en brandstoffen niet naar behoren werkt. Meer drinken, meer plassen, meer eten / honger, vermageren, en in het laatste stadium sloom zijn, zwak worden en braken. Een hond met suikerziekte kan zich prima redden, zolang zijn baasje het goed aanpakt. Meestal twee keer per dag een spuit met insuline en afgewogen voer, doet al heel veel.
  • Progressieve retinale atrofie (PRA): Deze oogziekte zorgt ervoor dat in de loop der tijd het oogvlies verslechterd. In het begin zal de hond nachtblind worden, waarna het zicht overdag steeds slechter zal worden. De meeste honden passen zich goed hierop aan, zolang hun omgeving hetzelfde blijft.

Verzorging

Labradoodles kunnen aan elke woonomgeving wennen, appartementen zijn echter niet geschikt om een Labradoodle te huisvesten. Ze hebben doorgaans 30 – 60 minuten per dag lichaamsbeweging nodig, waardoor ze het vaak beter doen in woningen met een tuin. Zo kunnen ze, zonder dat je zelf naar buiten moet, energie kwijtraken.

Ben je sportief en jog je graag, dan is de Labradoodle jouw perfecte sportmaatje. Om te voorkomen dat ze je huis slopen, is het ook verstandig ze geestelijk te stimuleren. Een hondenpuzzel is een goede manier om de hersenen te prikkelen.

De Labradoodle is een slimme hond, die graag zijn baas pleziert. Het trainen van de hond is makkelijk, zolang je ze op een positieve manier traint. Ze zijn doorgaans geschikt voor zowel beginners als gevorderden. Ze zijn vaak overenthousiast, daarom is het van belang dat ze al op jonge leeftijd training krijgen.

Een Labradoodle kan zowel in stedelijk gebied als buitengebied goed uit de voeten. Ze zijn graag bij hun baasje, binnen of buiten, en slapen ook graag in huis, een kennel of hondenhok is dan ook geen goede optie.

De Labradoodle mag nooit lang in een bench zitten, maar niet als ze daarin ’s nachts slapen. Labradoodles houden van mensen, en zijn daarom graag bij hun baasjes.

Hondenvoer

125 tot 300 gram hoogwaardig hondenvoer per dag zou genoeg moeten zijn voor de Labradoodle. Het voer serveer je in 2 maaltijden, één in de ochtend, één in de avond.

De hoeveelheid voer wat je aan je volwassen Labradoodle geeft, is afhankelijk van meerdere factoren. Het formaat, zijn leeftijd, het type bouw, metabolisme en lichaamsbeweging. Honden zijn individuen, net zoals mensen, daarom hebben ze niet allemaal dezelfde hoeveelheid voer nodig. Een actieve hond heeft doorgaans meer voer nodig, dan een bankhanger. De kwaliteit van het voer is ook een bepalende factor.

Zorg ervoor dat er geen overgewicht ontstaat, door het voer af te wegen, en tweemaal daags te geven. Ben je bang dat jouw hond te zwaar is, ga dan met een vlakke hand langs de ribben, voel je de ribben wel, maar zie je deze niet, dan is je hond goed op gewicht.

Kleur van de vacht en vachtverzorging

De vacht van een Labradoodle kan in meerdere soorten voorkomen, de lengte van de vacht is doorgaans 10 – 15 cm. Er zijn drie soorten vachten:

Wol vacht (krullend): De wool vacht heeft wel wat weg van de vacht van een lammetje. De haren zitten doorgaans dicht op elkaar en draaien zelf in een krul. Ten opzichte van de vacht van een Poedel, is deze vacht veel zachter, en zodra je de hond gaat aaien, valt deze open.

Fleece vacht (golvend): De curly fleece vacht bestaat uit spiraalvormige krullen. Als je de haren laat groeien, dan zullen deze krullen de vorm krijgen van pijpenkrullen.

Fleece vacht (krullend): De wavy fleece vacht is ten opzichte van de curly fleece vacht veel steiler. De meeste mensen zijn in de veronderstelling dat de vachtverzorging bij deze vacht makkelijker is. Het tegenovergestelde is echter waar. De dikte van de vacht maakt het moeilijker deze vacht te onderhouden.

Labradoodles worden gezien als hypoallergene honden, ze laten dus weinig tot geen haren los. Het haar laat echter vaak, net zoals bij andere hondensoorten, ook in enige mate los.

De Labradoodle komt voor in vele kleuren. Dit kan zijn abrikoos, goud, karamel, kalk(wit), zwart, rood, bruin, cremé, zilver, chocolade, perkament en blauw. Ze kunnen ook een vacht hebben bestaande uit meerdere kleuren.

De vachtverzorging hangt samen met de lengte en het soort vacht. Over het algemeen kun je ervan uitgaan dat de Labradoodle één tot twee keer geborsteld dient te worden. Wil je de hond laten trimmen, doe dat dan elke zes tot acht weken. Alleen wanneer het echt nodig is, kun je de hond een bad geven.

Net zoals bij Labradors, hebben Labradoodles snel last van oorinfecties, maak ze daarom geregeld schoon. Droog de oren na het zwemmen, controleer op uitslag, vuil en geur. Veeg eens per week met een wattenbol met het juiste reinigingsmiddel (vraag aan je dierenarts) de oren schoon.

Poets twee tot drie keer per week de tanden van je Labradoodle. Wil je een optimaal gebit met gezond tandvlees, dan is het dagelijks poetsen van de tanden aanbevolen.

Knip de nagels één á twee keer per maand. Tikken de nagels van je hond op de vloer als hij loopt, ook dan is het tijd om de nagels te knippen. Train dit van pup af aan, en beloon je hond. Er is niets ergers dan je hond die bang is voor de nageltang.

Kinderen en andere honden

De Labradoodle kan goed omgaan met kinderen. Ze kunnen echter ook overenthousiast zijn, waardoor ze kleine kinderen snel (niet moedwillig) kunnen blesseren.

Het is verstandig je kinderen leren om te gaan met de hond. Leer ze hoe ze de hond kunnen benaderen, en wanneer ze de hond kunnen benaderen (dus niet tijdens het eten of slapen).

Doorgaans kunnen Labradoodles zich uitstekend vermaken met andere honden en huisdieren. Net zoals bij andere soorten, is het verstandig om zo vroeg mogelijk de pup te socialiseren, dit voorkomt gedragsproblemen op latere leeftijd.

Remco Koppedraaijer

Op splendidlife.nl probeer ik mijn bezoekers op een eenvoudige manier kennis te laten maken met honden, hun gedrag, prijzen en achtergrondinformatie. Soms wat luchtig, soms wat technischer, maar in ieder geval vermakelijk.

Wat is er nieuw